Op deze uitgesleten traptreden liep Jheronimus in de middeleeuwen naar boven. Aan de verschillende verflagen is te zien dat in de loop der tijd de trap meerdere keren is geschilderd. Waarschijnlijk lag er ook ooit een loper over de trap. Dat zou verklaren waarom de traptreden niet volledig zijn geschilderd.
En als je dan op de eerste verdieping bent beland zie je een muur uit 1420 met een nis erin. De nis was ooit een raam. De half rond gemetselde stenen boven de nis vormen een zogenaamde ‘ontlastingsboog’. Een ontlastingsboog werd gemetseld boven een muuropening (meestal een raam- of deuropening) om het gewicht van het erboven liggende metselwerk over beide zijden van de opening te verdelen. Nadat het raam is dichtgemetseld is er in de 19e eeuw een rookkanaal voorgezet. Dat zie je aan de zwarte delen op de muur. Rechts zie je nog een rookkanaal lopen. Dit kanaal is wel uit de middeleeuwen.
Nog een aantal goed bewaarde pareltjes zijn de zogenaamde ‘sleutelstukken’ (consoles) onder de balkkoppen. De plaats waar een balk in de muur ligt, is een kwetsbaar punt. Een versteviging is dus welkom. Het sleutelstuk is een gebeeldhouwd stuk stevig hout onder de balk. Hier hebben deze sleutelstukken aan de onderzijde houtsnijwerk in de vorm van een Acanthusblad.